Ontstaan
Het Artiestenfonds ontstond naar aanleiding van een gemoedelijk onderhoud tussen Marie-Elisabeth Belpaire, de toen 90-jarige schrijfster en mecenas in het katholiek meisjesonderwijs, en haar jongste medewerker Benoit Roose. Het doel van deze stichting was drievoudig : God, de Armen en de Kunst te dienen. Vooral om de grote nood onder de kunstenaars tijdens de oorlogsjaren te lenigen.
Bij het onstaan van het werk werd Koningin Elisabeth, van wie M.E. Belpaire een intieme vriendin was, onmiddellijk de Hoge Beschermvrouwe van het fonds en mocht dit de naam dragen "Stichting Koningin Elisabeth". Juffrouw Belpaire werd Ere-voorzitter en Benoit Roose voorzitter van de nieuwe vereniging
De oorspronkelijke naam was destijds "Artiestenpenning", wat meteen de voornaamste doelstelling van de vereniging aangaf : "penningen" in te zamelen om noodlijdende en/of jonge beginnende kunstenaars te steunen. Tijdens en na de oorlog bestond deze steun voornamelijk uit materiële giften als brood, boter en steenkool.
De eerste Artiestenmis ging door op Pinksterzondag 13 juni 1943, in de Antwerpse kunsttempel bij uitstek : de Sint Carolus Borromeuskerk. Van zondag tot zondag steeg het aantal belangstellenden en zo werd de Artiestenmis een groot succes. Dit was vooral te danken aan de toewijding en belangeloze medewerking van talloze kunstenaars, zangers en musici. Koningin Elisabeth hernieuwde haar steun aan dit uitzonderlijk initiatief tijdens haar bezoek aan de Artiestenmis op 1 februari 1948
In 1949 werd de benaming veranderd in "Artiestenfonds", om werkelijk een fonds te worden van waaruit artiesten allerhande een financiële steun konden ontvangen. Ook in 1949 kocht de vzw Artiestenfonds onder impuls van Benoit Roose het Rockoxhuis aan die het inrichtte als museum met een accent op neostijlen. De toenmalige Kredietbank, nu KBC, kocht in 1970 het Rockoxhuis van het Artiestenfonds over.. Doorheen de jaren '50 en '60 evolueerde het Artiestenfonds naar een concertvereniging, die jonge kunstenaars de kans gaf om op te treden of werken ten toon te stellen, want er was, en er is nog steeds geen enkel artistiek onderscheid.
Door een overvloed aan concertorganisaties en door de economische recessie werden deze concerten en tentoonstellingen zeldzamer, om dan te stagneren tot enkele per jaar
Eén constante is er echter steeds gebleven: de zondagse Artiestenmis in St. Carolus-Borromeus kerk.