In samenwerking met Calcant vzw

Bart Wuilmus ( 1977 ) startte zijn  orgelstudie aan de Muziekacademie te Ekeren bij Marc Van Driessen. Vervolgens studeerde hij aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen bij Stanislas Deriemaeker en Joris Verdin. In 2000 behaalde hij er de meestergraad met grote onderscheiding voor orgel.  Het diploma contrapunt en fuga behaalde hij er in de klas van Wim Henderickx. Aan het Lemmensinstituut te Leuven behaalde hij in 2004 de meestergraad klavecimbel bij Kris Verhelst. Tijdens deze studie verdiepte hij zich eveneens in orgelimprovisatie bij Kris Wittevrongel. Bij Hans van Nieuwkoop, Jan Willem Janssen en Jos Van Immerseel volgde hij meestercursussen.

Als titularis-organist is hij verbonden aan de Grote of St.-Waldetrudiskerk te Herentals en hij is hiermee de vaste bespeler van het Verbuecken-orgel uit 1767. Daarnaast is hij verantwoordelijk organist voor de orgels in de Herentalse begijnhofkerk. Mede onder zijn impuls werd in deze kerk in 2013 een nieuw barokorgel door Jos Moors gebouwd en daarnaast een restauratiedossier opgestart voor het historische Smet-orgel uit 1834.

In september verschijnt zijn eerste orgelsolo-CD die werd opgenomen in de abdijkerk van Averbode en de Herentalse begijnhofkerk.
Bij de ‘Schola Gregoriana Cantabo’ uit Antwerpen is hij actief als improvisator.

Als continuospeler werkte hij samen met o.a. Capilla Flamenca, Vier op een rij, Ex Tempore, Collegium Instrumentale Brugense en het VRT-koor.
Hij is medewerker bij het ’VCLM’ (Vlaams Centrum Liturgische Muziek). Binnen dit kader werkt hij als organist geregeld mee aan zangavonden.
Bart is eveneens medewerker en medeoprichter van de vzw Vlaamse Klavecimbelvereniging.
Hij schreef  werken voor koor, orgel en hafabra die werden uitgegeven door  ‘De Haske’ en ‘Koor en Stem’. Van zijn werk ‘Evensong’ verschenen ondertussen drie CD-opnames.
Aan de muziekacademies te Ninove, Herentals en Turnhout is hij leraar orgel, klavecimbel en begeleidingspraktijk.

Jesu, meine Freude (BWV 1105)           J.S. Bach (1685-1750)
Partita: ‘Ach wie nichtig, ach wie flüchtig’ (8 partita’s)
                                                                G. Böhm (1661-1733)
Toccata in F (BuxWV 156)              D. Buxtehude (1637-1707)
BIJ HET BEGIN VAN DE EUCHARISTIEVIERING
Praeludium in F                                         G. Böhm

NA DE 1ste LEZING
Erhalt uns, Herr, bei deinem Wort (BuxWV 185) D. Buxtehude

NA DE 2de LEZING
Klag-Lied ‘Muß der Tod denn auch entbinden’ (BuxWV 76b)        
                                                                           D. Buxtehude

TIJDENS DE OFFERANDE
Concerto: Allegro (deel I) Improvisatie  18e eeuwse Italiaanse stijl

TIJDENS DE COMMUNIE
Concerto: Adagio (deel II) – Vivace (deel III) Improvisatie 18e eeuwse Italiaanse stijl

BIJ HET EINDE VAN DE EUCHARISTIEVIERING
Toccata over gregoriaans ‘Ave Maria’ Improvisatie  20e eeuwse Franse stijl