Agenda

Herdenking Lodewijk De Vocht - Gioia della Musica o.l.v. Griet De Meulder

Datum: 20-10-2024 11:30:00
Details:
 
 
 
Griet De Meulder grietdemeulder@hotmail.com

Deze Antwerpse sopraan groeide op in een zeer muzikale familie en behaalde haar diploma’s aan het
Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen. Ze zette haar eerste stap- pen op het podium in
het kinderkoor van de Vlaamse Opera en het Primaverakoor o.l.v. haar moeder.
Ze verleende haar medewerking aan ontelbare concerten in binnen- en buitenland, en was als soliste
ook regelmatig te horen in o.a. de Mariavespers van Cl. Monteverdi, de passies en het Magni cat van
J. S. Bach, in Requiems van W. A. Mozart, G. Fauré, J. Brahms, M. Duru é, het Gloria en Magnificat
van A. Vivaldi, Die Jahreszeiten en Die Schöpfung van J. Haydn, natuurlijk ook de Messiah van G.F. Händel
en concertmissen van J. S. Bach en W. A. Mozart.
Griet concerteerde met veel bekende gezelschappen zoals Ex Tempore o.l.v. Fl. Heyerick, Il Fondamento
o.l.v. P. Dombrecht, Kathedraalkoor Brussel o.l.v. E. Van Nevel, Thesaurus Musicus o.l.v. K. Cooremans,
Anima Eterna o.l.v. J. Van Immerseel, Musiqua Antiqua o.l.v. R. Goebel en vele anderen.
Als soliste is zij gevoelig voor het intiemere genre zoals lied. Ze werkt samen met pianist Maurice Peeters,
die visueel gehandicapt is, en geeft eveneens recitals.
Griet De Meulder is sopraan van het vocaal kwartet La Paseggiata, dat aperitiefconcerten, vernissages enz. opluistert.
Maar ook het koorleven vindt ze belangrijk. Ze deed zelf veel ervaring op als koriste en soliste bij talrijke koren in
heel het land. Ze verleende haar medewerking aan grote koorprojecten en is zeer thuis in de koorliteratuur. Ze deed
ook bekwaamheidsproef voor koordirectie.
Sinds kort stelt ze projectmatig een kinderkoor, jongerenkoor, dameskoor of gemengd koor samen onder de naam
Gioia della musica. Ofwel dirigeert ze zelf, ofwel staan zangers ten dienste van andere dirigenten.
Griet De Meulder probeert bovenal iedereen die graag zingt, klank- en lichaamsbewust te laten zingen op een
positieve en vreugdevolle manier.

Lodewijk De Vocht is een van die onvergetelijke figuren die mede het Antwerpse muziekleven van de
eerste helft van de twintigste eeuw hebben bepaald.  Hij was tegelijk verdienstelijk als componist, dirigent en pedagoog.

Hij werd geboren te Antwerpen op 21 september 1887.  Op tienjarige leeftijd werd hij koorknaap in het kathedraalkoor
van zijn geboortestad, waar hij een algemene muziekopleiding kreeg van Emiel Wambach en Karel Weymans.
Reeds in 1899 werd hij opgenomen in de orkestklas van het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen. 
Na zijn studietijd zou De Vocht naar het conservatorium terugkeren, eerst als leraar, later als directeur.
Als jongste violist in het orkest van de Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten kreeg hij vanaf 1903
de kans om te musiceren onder de grootste dirigenten van die tijd, o.m. Gustav Mahler, Richard Strauβ, Hans Richter,
Bruno Walter, Felix Weingartner. 

De Vocht begon al op veertienjarige leeftijd te componeren. In zijn gehele oeuvre neemt de vocale religieuze muziek
veruit de belangrijkste plaats in, met o.m. Jaarkrans van Geestelijke Liederen rond den Haard (1909-1935), zeven
Latijnse missen, XIV Cantica, Duo Cantus Mariani, Te Deum (1935), talrijke kerstliederen en Psalmen voor Volkszang 
(1959). Ook zijn profane muziek baadt vaak in een mystieke sfeer. Vermelden we vooral de Lentesymfonie (1919),
de Koorsymfonie (1932), Fabelen (1933) en Primavera (1962-1965), naast een groot aantal liederen.  Op het domein
van de instrumentale muziek liet De Vocht zich eveneens niet onbetuigd.  In het begin van zijn carrière schreef hij
enkele frisse symfonische gedichten, zoals Morgenstemming (1906), In Ballingschap (1914) en Naar hoger Licht (1925). 
Later ging hij zich vooral op het concerto toeleggen (vioolconcerto, 1944; celloconcerto, 1955; Landelijk concerto
voor blokfluit en snaren, 1957). Tenslotte vernoemen we nog zijn solowerken voor piano en gitaar en zijn kamermuziekwerken.

Naast zijn activiteiten als componist bouwde De Vocht een grote carrière als dirigent uit. In 1912 volgde hij Wambach op
als kapelmeester van de kathedraal. In 1915 werd hem het vrouwenkoor van Constance Teichmann en Amanda
Schnitzler-Selb toevertrouwd, dat hij even later omvormde tot het gemengd koor Chorale Caecilia waarmee hij spoedig
wereldfaam zou verwerven. De definitieve doorbraak kwam in 1921 ter gelegenheid van een Beethovenfestival in Antwerpen,
waar De Vocht als 33-jarige dirigent grote successen boekte. In datzelfde jaar nog nam hij het dirigeerstokje over van
L. Mortelmans als leider van het orkest van de Nieuwe Concerten.  Dankzij deze Nieuwe Concerten werd Antwerpen van
1921 tot 1936 een belangrijke spil in het Europese muziekleven.  Vanaf 1935 dirigeerde De Vocht eveneens de
Antwerpse conservatoriumconcerten.
Onder De Vocht werd een omvangrijk repertoire uitgevoerd, waaronder de meest moderne werken van Milhaud, Honegger,
Stravinsky, Ravel, Schmitt, Respighi e.a.  Daarnaast bracht hij met zijn Chorale Caecilia  meer dan veertig jaar lang de 
Mattheuspassie. Samen met het orkest van de Nieuwe Concerten zorgde De Vocht vanaf 1940 voor baanbrekende uitvoeringen
van Honeggers Jeanne d’Arc au Bûcher, een werk dat hij in de loop der jaren veelvuldig zou uitvoeren in binnen- en buitenland.
Op verzoek van Honegger zelf verzorgde hij met zijn Chorale Caecilia voor His Master's Voice een plaatopname die over
de hele wereld verspreid werd.

Lodewijk De Vocht overleed op 27 maart 1977 te ’s-Gravenwezel

 

Previous page: Artiestenmissen
Volgende pagina: De artiestenmis : waar en wanneer ?